Menu
EN / DE
Esther Schnerr

Eindexamenexpositie

Kunsthistorica Lara Schoorl over het eindexamenwerk
van Esther Schnerr.

Alsof we aan de afgrond van de wereld staan, in een sereen en uitgerekt moment dat vraagt om reflectie op wat er was en wat zal komen. Zo voelt het eindexamenwerk van Esther Schnerr na enige bestudering aan, want haar tekeningen vragen tijd om tot subjectieve verbeelding en begrip te komen.In een monochroom spel van licht en donker, realisme en abstractie, zien we beelden die we denken te kennen maar niet kunnen herleiden. Zeventien monumentale werken; stuk voor stuk conceptuele ruïnes verhuld met een uiterst begaafde techniek. De gobelin-achtige werken nodigen ons uit om dichterbij te komen, met ontelbare zorgvuldige en verticaal gearceerde lijnen die soms organische, soms architectonische, maar altijd fragiele afbeeldingen van ogenschijnlijk verlaten plekken vormen.

De beelden zijn breekbaar zoals een herinnering die op het punt staat te ontglippen.

Toch heerst er geen paniek; vooralsnog zijn deze getekende voorstellingen fictief. Het is de omvang van de werken die ons in eerste instantie overvalt, maar eenmaal dichterbij maakt de ruimtelijke overweldiging tijdelijk plaats voor kalmte. De schoonheid en met name herkenbaarheid van individuele elementen zoals luchtbellen, flora, week- en roofdieren, gebouwen en zelfs bepaalde lijnen an sich bieden de ruimte om zelf het verhaal te creëren en vervolgens weer afstand te nemen om de bevindingen aan het geheel te verifiëren. Dit oeuvre vertelt, maar belangrijker nog, het luistert.

Dat de werken groots zijn staat vast. Dit blijkt ook uit de onderwerpen die aan de tekeningen ten grondslag liggen: de Cambrische zee, het Carboon, vliegtuigrampen, wereldsteden, ontbossing en overstromingen. Alhoewel specifieke gebeurtenissen het idee tot een werk beïnvloeden en Schnerr collages van bestaand beeldmateriaal samenstelt om composities op te zetten, nemen haar hand en het beeld het al snel over van één uitgetekend punt van oorsprong. Hooguit vindt men het residu van deze gebeurtenissen terug in de titel van het werk. Van jongs af aan koestert Schnerr grote bewondering voor de (geologische) geschiedenis van de wereld; een passie die in toenemende mate wordt gekweld door gevoelens van droefheid en spijt over een schoonheid die verloren gaat; voorgoed. In dat licht bekeken worden haar werken een stille maar niet minder uitgesproken vorm van protest. Te midden van de eigen kracht van het werk horen we de bezorgdheid van de kunstenaar.

Stilte zelf blijkt een belangrijk motief in Schnerr’s werk; niet alleen in het gevoel van tijdloosheid die momentopnames (zoals ook foto’s) hebben maar ook in het feit dat de mens in alle werken opvallend afwezig is.

Binnen deze afwezigheid doet zich een opmerkelijke tweedeling voor. De werken verwijzen naar een tijd waarin de mens nog niet bestond, óf naar een tijd waarop die mens er niet meer lijkt te zijn – dat laatste waarschijnlijk als resultaat van zijn voormalige destructieve aanwezigheid die is terug te vinden in de ineengestorte gebouwen of verlaten wolkenkrabbers. In deze serie tekeningen zien we de aarde als een herinnering én als een imaginaire toekomst waarin een stille eenzaamheid alomtegenwoordig is; een pijnlijk mooie allegorie van onze wereld als eeuwige ruïne.

Lara Schoorl, kunsthistorica

20 juli 2020